MichaelHompus

Zomaar wat Herinneringen

Gelukkig is de discussie over de naam van de site nu eindelijk (misschien ook wel een beetje door de macht van de sitemanager zelf ?) beëindigd! Kippenneukers zoals Bertel ze noemde?.... Ik hou het maar op Mierenneukers! Dat er later zoveel commotie zou ontstaan over kippen heb ik me indertijd , wanneeer we op zondag ochtend wakker werden gemaakt door een uit de omroepinstallatie schallende mededeling van Otto, niet gerealiseerd! 'Tôk tôk tôk, het onbijt staat nu klaar, inclusief kakelverse gesmoorde kippenleventjes!' Toch leuk dat dankzij die discussie de herinnering aan het zondagse ontwaken van een jaar of veertig geleden weer terugkomt. En niet alleen die herinering! Paul 's verhaal over zijn muziekbeleving deed mij weer terugdenken aan de avonden bij Nico van Stiphout, in de 'herenflat', waar hij ons dan tracteerde op muziek van: Crossby Stills Nash and Young, Dave Brubeck met Take Five, Santana, Labi Siffre, TV concert van Ike en Tina Turner (de laatste heb ik ooit live in Ahoy gezien, waarbij mijn gedachten onvermijdelijk weer naar die avonden teruggingen). Ik geloof niet dat het allemaal perfect bij zijn eigen muziek smaak paste, maar hij beleefde er wel plezier aan om ons bij de ontwikkeling van onze muzieksmaak te begeleiden. Ik denk dat Nico ook wel een beetje trots was op zijn muziekinstallatie...... net als Paul Vermeulen, die in de kapel een perfecte plek voor die van hem had weten te vinden. De kapel die overigens op zaterdagmiddag ook wel werd gebruikt voor individueel muziekonderwijs door Albert Köhlen. Ik kan me herinneren daar menig uurtje doorgebracht te hebben met Theo Waltjen die daar door Albert werd onderwezen in de kunst van het vioolspel. In afwachting van het moment dat de les afgelopen zou zijn en Albert ons dan, zoals wel vaker gebeurde, op een drankje in de stad zou tracteren, werd door mij ook wel eens gecontroleerd of de miswijn 'al op dronk was'! En dan 's zaterdagavond de stad in...of naar de bar in flat B. Behoorde 'de stad' voor de bewoners van flat B indertijd tot de mogelijke opties? Ik weet niet meer precies hoe de regels waren. Wat ik me wel herinner is dat ik me als 'kip' toch niet echt opgesloten heb gevoeld indertijd. Naar de film, of naar 'Civitas', in het zelfs geruime tijd na Carnaval steevast naar bier stinkende Harmonie theater, kon zonder meer (Culturele vorming!). Vervolgens op weg naar huis nog een afzakkertje nemen in het cafeetje van Frits en Tiela aan de Heinsbergerweg werd, mits je maar op tijd terug was, ook van de flat B bewoners gedoogd. Later in flat C waren de vrijheden groter. Het tijdstip van binnenkomst werd niet meer zo streng gecontroleerd. Dus op naar de Paerstjal en op de terugweg frietje pakken bij de friettent bij de Kapel van Maria in't Zand, waarna soms zig-zaggend de lantaarnpalen aan weerskanten van de Kapellerlaan uitgeschopt werden. Tja,.... het was een leuke tijd. Ik kijk uit naar 15 september en weet zeker dat er dan nog veel meer herinneringen en sterke verhalen boven zullen komen. Ondertussen hou ik oudekippen.nl in de gaten.

Hobbykelders

Delen van het verhaal van Eric Bots hadden ook op mijn lijf geschreven kunnen zijn. Het maken van springstoffen werd ook in de laat zestiger jaren bedreven. De aanschaf van KClO3 en HNO3 (salpeterzuur) was indertijd geen onoverkomelijke horde. Je ging het gewoon halen bij de drogist en als die moeilijke vragen begon te stellen zei je gewoon dat je de spullen nodig had om foto's te ontwikkelen. In de kelder onder flat A hadden we een ruimte ingericht als scheikunde laboratorium. Het was een ruimte met een deur naar buiten, ik geloof dat het ook een fietsenwerkplaatsje herbergde, waar volgens mijn herinnering o.a. Richard van den Ende de inlaatpoorten van zijn brommer ('n Puch of Tomos?) met veel geduld uitvijlde. Die buitendeur kwam goed van pas als het af en toe iets uit de hand dreigde te lopen en er verstikkende gassen bij de experimenten vrijkwamen. We hadden natuurlijk wel door dat het snel uit zou zijn met ons 'onderzoek' als we de hele kelderruimte onder de chloordampen zouden zetten! De belangstelling voor de scheikunde hadden we te danken aan twee docenten: Sjefke (Jan volgens Lia Offermans?) Haest, met een baard als een grieks-orthodoxe priester en Lei Nevels. De eerste was als docent een ramp voor de wat minder chemisch begaafden onder ons, want van het weinige dat hij uitlegde tijdens de lessen bleef door zijn manier van lesgeven nog minder hangen bij die groep. De tweede, Nevels, had zijn eigen bedrijfje en kon enthousiast vertellen over hoe hij nitroglycerine gemaakt had (en had overleefd!) en hoe hij zilver uit oude fotobaden haalde. Het bedrijf, Edelchemie, bestaat overigens nog steeds. Google maar eens, en je vindt ook een hele kruistocht van Nevels tegen de lokale overheid die hem en zijn bedrijf jarenlang gepest schijnt te hebben. In de kelders waren nog meer ruimtes en laboratoria. De muziekruimte (eerste hok links vanaf de trap naar flat A) is in deze 'columns' al vaker belicht. Ik herinner me nog goed de klanken van het toen zeer succesvolle 'Venus' van Shocking Blue, zowel in de origenele uitvoering als in de vertolking door musicerende medebewoners! Ook was er een ruimte waar enkele 'soldeerbout-enthousiastelingen' door dhr Telders verzamelde oude Radio- en TV-toestellen te lijf gingen. Ik was er een van, en heb o.a. in die kelder mijn vaardigheid in het repareren van die oude apparaten en de liefde voor elektronica ontwikkeld. Net als Eric Bots heb ik toch gekozen voor elektrotechniek en niet voor scheikunde. Niet vanwege de potentiele gevaren van de chemie overigens, want ook het klooien met oude TV's was niet geheel zonder risico! Met de 15000 volt hoogspanning in zo'n oude kijkkast kon je centimeters lange vonkenbruggen trekken met je schroevendraaiertje en in die tijd stond hing het frame van een TV ook nog rechtstreeks aan de netspanning. Mogelijkheden te over om jezelf te electrocuteren dus! Een andere hobbyist uit die tijd is Sander Kool, die ook blijvend door het virus is geinfecteerd. Sander heeft een verbeterde versie gemaakt van het 'muziekdistributiesysteem'. De aarde van het stopkontakt en de metalen verwarming lieten zich goed gebruiken als audio-netwerk. Sander wist met vlot gemak FM-zendertjes in elkaar te prutsen die superieur waren aan het randaarde/verwarming netwerk. Mijn eerste buizenradio uit het Jongensradioboek, gebouwd met een 402 spoel op uniframe chassis en onderdelen uit die genoemde oude TV's stamt uit die tijd. Andere 'kelderactiviteiten' die ik me zo kan herinneren zijn het in elkaar lassen van staande asbakken onder leiding van dhr. Telders en het uitgutsen van houten slabakken onder begeleidng van dhr. Nieuwendijk. Houtbewerking ging toen nog voornamelijk handmatig, zodat in de timmerruimte veel houten 'halffabrikaten' waren te vinden. Het afwerken (schuren, schuren en nog een schuren) wist slechts een enkeling te voltooien.

Hang en Sluitwerk

De brandslanganecdote van Paul Boelens herken ik wel. Die kastjes, die ongeoorloofd gebruik van de blusmiddelen moesten tegengaan kon je inderdaad met plug en al van de muur trekken (en wat belangrijker was, zonder sporen achter te laten) weer terug plaatsen. Die kastjes waren het werk van de 'klusssenman' , wiens naam ik me nu even niet kan herinneren (Beurskens?). Deze functionaris, die steevast in een zandkleurige stofjas gekleed was tijdens de uitoefening van zijn functie, had het goed met ons voor als hij 'gebruiks beperkende' voorzieningen aanbracht. Zo had hij eens een oplossing bedacht om het oneigenlijk gebruik van het dakluik te voorkomen. Het luik, dat toegang verschafte tot het dak van de flat, werd afgesloten met een simpele schuif (of grendel) die niet op slot kon. Misschien weet iemand nog waarom je het dak op zou willen, maar kennelijk waren er internen die die wens hadden. Het luik moest dus afgesloten kunnen worden. De uiteindelijke oplossing kenmerkte zich door een verbluffende eenvoud en doeltreffendheid! Aan weerskanten van het luik werd een oog in het plafond geschroefd. Door beide ogen werd een stang geschoven. Om te voorkomen dat de stang werd verwijderd door onbevoegden was één uiteinde ervan doorboord, zodat je er een hangslot aan kon hangen. Ik herinner me nog het moment waarop enkele internen gadesloegen hoe dhr Beurskens (??) de laatste hand aan zijn projekt legde. Hij schoof de stang in de juiste richting, het doorboorde einde eerst dus, door de beide ogen, klikte het hangslot eraan en keek voldaan om zich heen met een blik die uitdrukte: 'Zo, dat heb ik weer mooi voor mekaar! Nu kan niemand meer het dak op zonder sleutel'. De blikken van de toeschouwers straalden iets anders uit: een geamuseerdheid uit die hij niet begreep. Wat was er nou zo grappig aan deze vrijheidsberovende voorziening? De ogen zaten toch goed vast in het plafond, die kreeg je er niet uit. Losdraaien met die stang erdoor kon ook niet. En de stang zelf, daar hing toch een hangslot aan, dat moest voorkomen dat je hem terug kon trekken door de ogen? Enige tijd later zagen we dat de ontwerper inmiddels ook had begrepen dat een stang twee uiteinden heeft.......... de kant waar geen slot hing was was nu zodanig omgebogen dat ook dat uiteinde niet meer door de ogen getrokken kon worden!

Taxi

Eens in de paar weken was het tijd om het internaat kortstondig te verlaten. Vrij of verplicht Weekend dus. Omdat we indertijd ook op zaterdag nog enkele uren van onderwijs mochten profiteren begon dit weekend pas zaterdagmiddag rond een uur of een. Je had je goed voorbereid. In de loop van de week had je je bij Lia Peeters op de taxilijst laten zetten. Zaterdagochtend of vrijdagavond had je je weekendtas al ingepakt, zodat je geen tijd meer hoefde te verspillen. Na het klinken van het laatste zaterdagse schoolbel signaal spoedden de internen zich dan naar hun flat om de schooltas om te ruilen voor de weekendtas en verzamelden ze zich bij de hoofdingang. Inmiddels kwamen daar zo ongeveer alle in Roermond dienstdoende taxi's in colonne aanrijden, die meteen bij aankomst besprongen werden door de gereedstaande internen. Na een korte rit naar het station volgde bij het uitstappen steevast een discussie met de chauffeur over de ritprijs. Niet alle wagens hadden een meter en het tarief was nogal afhankelijk van de chauffeur. Op zondagavond, als iedereen weer terug kwam, verliep het enigzins anders. De aankomende treinen brachten internen mee, die voor het station lotgenoten probeerden te vinden om zo de bezettingsgraad van de te nemen taxi te kunnen maximaliseren en de individuele ritprijs te kunnen minimaliseren. De onderhandelingen over de ritprijs werden ook steevast voorafgaand aan de rit gedaan en soms liet je zelfs wel eens een taxi schieten wanneer de chauffeur bekend stond als een 'oplichter' die geen oog had voor onze financiële situatie. Nee dit keer geen verrassingen, de afspraken waren duidelijk: De bedongen prijs is inclusief bagage, en die kip, die daar aan komt lopen, kan ook nog wel mee voor dezelfde prijs! Ja, op zondagavond had je een duidelijk minder haast dan op zaterdagmiddag.

De teksten en media op deze site zijn zonder enige vorm van garantie beschikbaar onder de GNU Free Documentation License alsmede een Creative Commons-licentie van het type Naamsvermelding-Gelijk delen 3.0.

Deze site is een initiatief van oud-intern WiebeVanDerWorp en wordt gesponsord door ViaISN.org.