HansRichter

Mijn vader werkte bij een grote gloeilampenfabriek in de kredietverlening aan klanten. Hij kende Spaans en ons gezin werd dus door de N.V. voor enkele jaren naar het Zuidamerikaanse "wilde westen" gestuurd, waar de firma veel onervaren, jonge managers naar toe stuurde en er evenzovele financiele problemen op oplossingen wachtten. Zo belandden wij in Caracas, Venezuela.

De Zuidamerikaanse scholen waren echter niet goed genoeg en mijn ouders besloten mij en een jaar later mijn broer Thijs naar Nederland op een "goede" school te sturen. De reis met een DC6 van de KLM duurde door talloze tankstops in 1960 circa 26 uur. Omdat mijn vader van 1932-1937 op het B.C. de HBS-A had gevolgd, werd ik op het internaat van datzelfde college te Roermond geplaatst.

Het internaat

Het is een merkwaardige gewaarwording de weg te weten in een gebouw, dat niet meer bestaat en deze kennis alleen te delen met tijdgenoten, die dezelfde weg in dat gebouw weten te vinden.

Er waren op het oude college te Roermond destijds drie grote slaapzalen, waarop ook een surveillant in een grotere chambrette tussen de scholieren sliep, in een poging om orde en tucht te handhaven. In het eerste jaar 1960 werd ik als eerstejaars op de bovenste zolder in de op een na laatste chambrette geplaatst. In de loop der jaren kwam je steeds dichterbij de ingang naast de kapel, totdat je in het laatste jaar 1966 een riant en zonning afstudeerkamertje met uitzicht op de kleine internencour ter beschikking kreeg.

Het sneeuwbalgevecht op deze kleine cour valt mij nog spontaan te binnen, maar ook een groot feest, waarop "voor een dubbeltje" jazzplaten (o.a. “Take Five”) werden gedraaid. Op de grote cour werd in de vrije tijd en ook in het vrije kwartier tussen de lessen en studie tussen de bomen steeds veel gevoetbald met kleine gummiballen. Sommigen zoals Eric Bots waren in staat deze ballen op het dak te schieten. Ik kan mij herinneren, dat Eric en ikzelf meermaals via een raam op de bovenste verdieping op het dak zijn geklommen om de bal te halen, maar op gegeven dag ook via een openstaand zolderraam ook op de zolder en in het natuurkundelokaal van Zwanikken (de Pin) zijn beland. Of wij betrapt en daarvoor bestraft werden, weet ik echter niet meer.

Als standaardstraf moesten wij in de jongere jaargangen bij overtredingen van het reglement vaak een uur bij de verwarming voor de kamer van Otto Jansen staan. Ik heb minstens éénmaal een uurtje aan de schandpaal rond-"gehangen". Als alternatief werd ons ook opgelegd 100 strafregels of een stuk tekst over te schrijven. In alle jaren is er volgens mij hooguit een intern van school verwijderd wegens onpassend gedrag.

In de eetzaal werd er elke dag om 5 uur 's middags een tussenmaaltijd in de eetzaal gehouden, waar wij een portie uit een (eigen) fles joghurt konden nemen. In de pauzes had ik steeds geweldige honger. In de morgenpauze kon je dan naar de bakker om een krentebol voor een dubbeltje of een hanekam voor 15 cent te kopen. Op de grond had de bakker met schoenlijm een zilveren gulden geplakt. Deze zat echter muurvast. Na de verkoop was de toonbank door de aandrang wel een meter vooruitgeschoven en moest door het personeel weer teruggeduwd worden.Alternatieve bijvoeding was er ook te koop voor een kwartje in de frietentent aan de overkant van het Munsterplein. Om een nog beter smakend frietje te "beren" moest je helemaal naar Frieten-An bij de Stenen brug, maar dat haalde je niet in een vrij kwartier.

De school

Het college was gehuisvest in een tochtig gebouw en in de winter werd je als intern met een beschermend dasje gegarandeerd verkouden. Meermaals heb ik door een ontsteking van de stembanden een week lang mijn stem verloren. Dan kon je bij het afhoren van de Franse of Griekse woordjes de leraar schichtig fluisteren: "Meneer, ik kan vandaag niet spreken en moet mijn stem sparen". De leraar wendde zich dan vol medelijden je buurman toe.

Van de strengste leraren leerde je het meest. Voor Jacques Storms (Latijn, Grieks en geschiedenis, maar zonder bijnaam), die steevast met een sigaret in het midden van de klas aan de verwarming stond, hadden wij het meeste ontzag. Ik kan me nog goed de les herinneren, waarin Storms iedereen met een grafstem persoonlijk heeft aangezegd, wat zijn pupillen in een misgekleund proefwerk allemaal verkeerd hadden gedaan. Anderen, zoals de wiskundeleraar Engels (Klootje), waren in staat door het opgeven van onmogelijke raadsels ("het construeren van een hoek van 40 graden met passer en lineaal") mijn interesse voor wiskunde te wekken.

Op zekere dag stond er een uurtje "deskundige voorlichting" met de toverlantaarn op het programma. Mijn vriend J. (een extern, door wie ik later in de muziek van Bob Dylan werd ingewijd), zat achter mij in de achterste bank, en ging voor het betere uitzicht rechtop op de achterleuning van zijn bank zitten. Het lokaal werd verduisterd en de (biologie-?) leraar begon zijn voordracht... Op het beslissende moment echter, waarbij de funktie van de geslachtsorganen uitvoerig op diatekeningen werden uitgelegd, weerklonk achter mij echter een geweldig kabaal. Jos was in de hoogste concentratie flauwgevallen en van de leuning afgegleden. Er was echter niemand, die daarom durfde te lachen...

Tot mijn „verantwoordingsbereik“ behoorde (in mijn herinnering) ook het omdraaien van het sleuteltje voor het belsignaal voor het begin van de lessen. De jeugd wachtte op de trap, totdat de bel ging en stormde dan naar de lokalen.

Vrijwel alle leraren hadden bijnamen. Bijgaand een lijst met enkele bijnamen, die ik in een oude agenda heb gevonden:

Directeur: De Dirk (P. Coenen)

Godsdienst: Knoebel (Jansen), Offerzak (Offermans)

Nederlands: (Dister)

Frans: Tijl (Tielens)

Duits: De Soep (van Rijswijck)

Engels: ? (Tichelovend)

Meetkunde en Algebra : Charlie (Schilte), Klootje (Engels)

Scheikunde: Toeistand (Nevels)

Natuurkunde: de Pin (Zwanikken)

Plant- en Dierkunde: Toffe Tis (Thissen)

L.O.: (Derichs)

Sjeng (Driessen)

Centebak (Jansen)

Goudvis (Theelen)

Het statige herenhuis met uitzicht op het Munsterplein

Een belangrijke ruimte voor ons beiden was het statige herenhuis met uitzicht op het Munsterplein. Op de benedenverdieping stond in een zaaltje de grote Philips televisie, op welks scherm Cassius Clay diep in de nacht eens tegen Joe Frazier heeft gewonnen. Helemaal beneden hadden wij een kolenkelder waar chemische en natuurkundige experimenten werden uitgehaald. Naast ons was een tweede hok, waar dieren met formaline werden opgezet. Op de eerste verdieping was later een radioclub met uitzicht op een vrij rustige binnenplaats met een vogelvoliere. In een van de kamers met uitzicht op dezelfde binnenplaats pleegde een leraar der Franse taal Tielens (Tijl) steevast een middagdutje te doen. Wellicht had een kip daarom in het trappenhuis een mini-studio geluiddicht gemaakt door het met eierdozen te beplakken. Wij hadden echter een bandrecorder, een oude buizenversterker en een hele grote hoornluidspreker. De versterker had een eindtrap met 2 buizen, maar één van de buizen was bij het transport achterop de fiets naar een weekendfeestje gesneuveld en nu draaide de versterker maar op één buis. In de middagspauze werd in het zonnetje op het maximale volume bij open raam rockmuziek gespeeld, vermoedelijk de LP Route 66 van de Rolling Stones, totdat Tijl met een zeer vertoornde stem boven het geluid van de muziek uitstak en ons tot rust maande. Aan dezelfde binnenplaats lag ook een "rustige" muziekkamer, waar wij op zondagmorgen platen van Otto Jansen (de Piemel) mochten lenen en afspelen. Tot de muzikale favorieten behoorden Ester & Abraham Ofarim.

Vrije tijdsbestedingen

Wie van een dansfeest of verjaardag bij externen of een nachtelijke zwempartij in Schöndeln te laat terugkwam, had verschillende mogelijkheden de rest van de nacht door te brengen. In het laatste jaar (1965) had ik een sleutel van een poortje in de tuin aan de zijstraat van het Munsterplein. Deze sleutel had ik gevonden door een sleutelbos met oude sleutels van thuis gewoon uit te proberen. Even over het lage tuinhek klimmen en dan was het bereiken van de slaapzaal geen probleem. Deze luxe stond mij in het begin niet ter beschikking. Dan moest je op het dak van doucheruimte bij de gymzaal klimmen en vervolgens over het wankelende draadhek naar de cour. Op een dag zag ik, dat er een raam van de zolder boven de gymzaal openstond en heb daar gemakshalve op de stapel gymnastiekmatten geslapen (Ik lag er echter allesbehalve gemakkelijk).

Zoals iedereen weet ik nog precies, waar ik mij bevond op vrijdag 22.11.1963. Op deze donkere novemberavond werd John F. Kennedy vermoord. Ik kwam (na het thuisbrengen van mijn danspartnerin Nelly Beckers?) net terug van de dansles bij Pietje Moors en hoorde het nieuws van een groepje internen bij de ingang van de kapel.

De dansles bij Pietje Moors werd overigens steevast ingeluid met het kommando "Pak vast". Op zaterdag was er oefenavond, waarop je alleen met stropdas en een colbert werd binnengelaten. Ik heb het eens zonder stropdas geprobeerd door via het raam van de garderobe naar binnen te klimmen, maar werd prompt ondekt en naar buiten gebonjourd.

Op het vrije tijds-programma van de internen stonden allerlei lichamelijke experimenten. In de fietskelder onder de klaslokalen werden experimenten met de ademhaling uitgevoerd. De proefkonijnen stopten een vuist in de mond en bliezen daarop totdat zij het bewustzijn verloren.

In de klasjes werd zeker in de lagere klassen elke vrije minuut getoept. Dit kaartspel is ook in Duitsland bekend en ik heb het later in Zuidduitsland met collega's uit Aken nog goed kunnen spelen. Er was een kleine bibliotheek in het internaat. Je mocht je ook abonneren op de Volkskrant en vermoedelijk ook de Tijd. Andere kranten waren volgens mij "verboden". Verder werd er veel naar de draadomroep geluisterd. In de hogere klassen mocht je ook een sigaret of (zoals ik) een pijp roken. Van de radioprogramma's in de pauze zijn mij vooral de Arbeidsvitaminen en de Duitse hitparade in herinnering gebleven.

Van de schoolreisjes herinner ik mij de reis naar het Roergebied met de zweefbaan te Wuppertal en het bezoek aan het Neanderthalmuseum. Ook heeft er ooit een dagreis gevoerd naar het grote seminarie te Rolduc. Berucht waren de zogenaamde retraites. In de lage klassen waren deze korte reisjes onbeduidend. In latere jaren voerden deze naar een klooster, waar sommigen van thuis ter bezinning een flesje sterke drank uit de ouderlijke kelder meevoerden.... In November 1965 zijn wij drie dagen naar Maarheeze geweest.

Ja ja, het was een prachtige tijd.... Van elk uur studie heb ik veel profijt gehad en de leraren waren werkelijk uistekend.

Na afsluiting van een ingenieursstudie aan de TU te Eindhoven leef en werk ik inmiddels al weer 35 jaar bij een bedrijf in de ruimtevaarttechniek (Tesat Spacecom) te Backnang bij Stuttgart.

Groeten aan alle oude bekenden vanuit Backnang,

Hans Richter

De teksten en media op deze site zijn zonder enige vorm van garantie beschikbaar onder de GNU Free Documentation License alsmede een Creative Commons-licentie van het type Naamsvermelding-Gelijk delen 3.0.

Deze site is een initiatief van oud-intern WiebeVanDerWorp en wordt gesponsord door ViaISN.org.